Sander Bovenlander over jeugdigen met complexe hulpvragen en het belang van samen optrekken

Tamara Bouwhuis 06-05-2025 28 keer bekeken 0 reacties

"Scholen willen wel, maar kunnen het niet alleen."

“Deze jeugdigen hebben minder geluk gehad dan wij. En daar mogen we niet voor weglopen.” Met die woorden zet Sander Bovenlander, projectleider onderwijscoalitie Oost, scherp neer wat er op het spel staat. Hij werkt al jarenlang in het gespecialiseerd onderwijs, altijd op het snijvlak van zorg en onderwijs. Nu zet hij zich in voor het afbouwen van de gesloten jeugdzorg en het versterken van de samenwerking met scholen en gemeenten in Twente.

Jeugdigen die niet meer meekomen

De jeugdigen waar Sander het over heeft, zijn vaak al jong vastgelopen in het systeem. Ze zijn uitgesloten, keer op keer, omdat ze ‘lastig gedrag’ vertonen – gedrag dat vaak voortkomt uit trauma, armoede of onveilige thuissituaties. “Op een gegeven moment is de rek eruit, thuis, op school en in de wijk. Dan komen ze in een residentiële voorziening terecht, zoals Harreveld. Maar dat willen we voorkomen.”

Het streven is dat in 2030 gesloten jeugdzorg – zoals we die nu kennen – niet meer nodig is. “Dat vraagt om veel meer dan alleen goede wil. Dat vraagt om lef, om anders durven kijken en vooral om samen doen.”

Wat jeugdigen echt nodig hebben

“Uiteindelijk willen jeugdigen vooral erbij horen,” zegt Sander. “Juist als het moeilijk wordt, mogen we ze niet van ons afduwen. Dan moeten we hen vasthouden en samen zoeken naar wat wél werkt.” Dat vraagt van scholen om flexibel te zijn, om de regels soms even los te laten en om hulp te durven vragen. Want: “Scholen willen het vaak wel, maar ze kunnen het niet alleen.”

Samenwerking in Twente

Binnen de Samenwerkingsagenda werkt Sander nauw samen met Roos, projectleider van actielijn 2. In Twente is de urgentie hoog: de druk op het onderwijs en de zorg groeit. Om echt stappen te kunnen zetten, brachten ze onlangs alle betrokken partijen bijeen: scholen, zorgorganisaties, gemeenten en samenwerkingsverbanden. “We hebben gemerkt dat de bereidheid er is – iedereen voelt de noodzaak. Maar het is nu tijd om die energie om te zetten in concrete acties.”

Een vervolgbijeenkomst staat al gepland, en kleinere werksessies worden voorbereid. “Wat we nu doen is geen projectje, maar een beweging die structurele verandering vraagt. Daarbij moeten we elkaar vasthouden.”

Wat helpt echt?

Volgens Sander zit de oplossing niet in nieuwe systemen, maar in andere benaderingen. “Soms moet je als professional gewoon de juiste vraag durven stellen: wat is hier nu echt nodig? En wie kan ons helpen?” Daarbij is het essentieel om jeugdigen zelf te betrekken. “We praten vaak over hen, maar veel te weinig met hen. Terwijl zij het beste weten wat wél werkt.”

Zijn drijfveer? “Jeugdigen niet afschrijven. Niet nu, niet straks. Gewoon: het goede doen, precies op het moment dat het nodig is.”

Cookie-instellingen