Zij bogen zich over de plannen van aanpak van de drie ontwikkeltafels, waar inmiddels bij elkaar vele tientallen mensen uit al die organisaties samen bouwen aan perspectief voor jeugdigen. “Goed bezig, nu door!” was de belangrijkste reactie aan het eind van die ochtend.
In drie rondes doken de projectleiders met bestuurder de diepte in. Wat mist in de plannen? Welke risico’s zien we? Wat hebben we nodig om het tot besluitvorming te brengen? De projectleiders en daarmee alle mensen in proces- en ontwikkelteams kregen veel complomenten voor de enorme voortgang die is geboekt. Voor elke ontwikkeltafel volgt hier de belangrijkste opbrengst van de ochtend. De besproken plannen en samenvattingen zijn allemaal hier te vinden.
Waar worden wethouders en bestuurders mee geconfronteerd als de zorg aan jongeren spaak loopt? Aan deze tafel werd veel casuïstiek gedeeld en daarmee de zorgen die bestuurders ervaren. Het vrijdagmiddag telefoontje is voor iedereen herkenbaar: een situatie rondom een kind die NU om een oplossing vraagt. Vaak gaat het om een plek voor een of meerdere kinderen waarbij de veiligheid in het geding is en op de (zorg)werkvloer geen oplossing voor handen is. Er wordt gekozen voor escalatie door het probleem bij de wethouder te leggen. De bestuurder van een instelling wordt gebeld en forceert een oplossing binnen de organisatie.
De vraag is hoe we recente casuïstiek kunnen gebruiken om te analyseren waar we preventief kunnen handelen om zo deze interventies te kunnen voorkomen of gecontroleerd laten verlopen. Hoe zorgen we dat het proces aan de ontwikkeltafel ook leidt naar concrete veranderingen in de manier waarop we in Twente samen zorg aan de jeugd bieden? Hoe leidt dit tot transformatie? De drie deelprojecten werden nader toegelicht. Hartekreet van de bestuurders: zet kleine stappen en benut de leercurve vanuit de actuele casuïstiek.
Aan deze tafel was het ongeduld voelbaar. Meerdere malen klonk de oproep: “Kunnen we nu niet gewoon al beginnen met de jeugdbeschermingstafel?” Fijn dat er zoveel enthousiasme en motivatie is, maar ook werd het belang gezien van een zorgvuldig proces aan de voorkant. Als we echt kiezen voor een regionale werkwijze en dus willen voorkomen dat er opnieuw 14 werkwijzen komen, dan zijn goede basisafspraken nodig. De bestuurders gaven het procesteam een aantal vragen en wensen mee. Bijvoorbeeld om uit te werken welke rol/positie alle organisaties hebben binnen de jeugdbeschermingsketen en dús ook aan de jeugdbeschermingstafel. Ook kwam de oproep om vooral gebruik te maken van de ervaringen in andere regio’s en om de jeugdbeschermingstafel te monitoren: worden de doelen behaald als deze eenmaal loopt? Bestuurders zien graag dat de Twentse Monitor Jeugdbeschermingsketen ook voor de lange termijn wordt ingezet, om zo de beweging in de keten te kunnen blijven volgen en erop in te kunnen spelen.
Bestuurders herkennen dat de afgelopen jaren weinig aandacht is geweest voor de samenwerking tussen passend onderwijs en jeugdwet. Mooi om daar nu mee aan de slag te gaan. Er is een wereld te winnen, alleen al met betere informatiedeling over kinderen. De bestuurders pleiten ervoor om naast de nadruk op het hier en nu na te denken over de vraag waar we over tien jaar met elkaar willen staan. Om vervolgens te ontdekken wat we dan vandaag met elkaar moeten ontwikkelen om daar te komen.
Verder vroegen bestuurder speciale aandacht voor de ondersteuning van leerkrachten. De werkdruk is hoog en de leerkracht is dé spil in het contact met de kinderen. Wat kunnen we verwachten? Wat is er nodig? Hoe gaan we dat samen doen? Nu zijn er te hoge verwachtingen. Ook werd aandacht gevraagd voor de rol van ouders. Ouders zijn een belangrijke partner, maar bij jongeren met risico’s is de kans groot dat er thuis van ook van alles speelt. De samenwerkingsrelatie zal versterkt moeten worden. Hoe ga je daarmee om? En hoe doen we dat samen?
Conclusies
Tot slot kwamen alle inzichten samen. Voorzitter Ruud Brinkman (bestuurder JBOV) concludeerde dat de procesteams volop verder kunnen met alle opbrengst. Een aantal aandachtspunten haalde hij eruit:
- Vergeet het visionaire niet; waar willen we uiteindelijk naartoe?
- Voorkom dat we teveel blijven denken; kijk vooral waar de onderlinge verbinding in het doen kan zitten.
- We zijn nu erg gericht op onze eigen organisaties en vraagstukken. Kunnen we de ontwikkeling in het leven van jeugd ernaast zetten zodat we tot crossovers komen en niet in onze ‘systeemwereld’ blijven hangen?
- Regionaal versus lokaal: denk goed na wat je precies waarom regionaal gaat doen en wat moet vooral lokaal zijn?
- Aandachtspunt is de inzet in tijd van medewerkers voor dit proces. Daar zit nu een groot knelpunt.
Ruud neemt deze punten mee naar het overleg met bestuurlijke trekkers. Zij kijken tevens naar de vraag hoe en waar besluitvorming nodig is, naar de begroting en de invulling van het transformatiegeld.
‘Wees trots’
Bij deze derde bestuursbijeenkomst van de ontwikkeltafels Jeugd, waren ook twee regioambassadeurs vanuit het VWS programma ‘Zorg voor de Jeugd’ aanwezig: Piet Yntema en Bas Rodijk. Bas denkt met ons mee op het gebied van jongeren- en ouderparticipatie. Piet Yntema is ambassadeur vanuit aanbiedersperspectief. Zijn advies aan het eind: “Wees trots op deze samenwerking, maar niet té: dat remt je nieuwsgierigheid.”