De huidige richtlijnen in Nederland zijn hier nog niet op ingericht. De Twentse Transformatie is een pilot gestart, die zich richt op schooláánwezigheid. Rita Vossebeld, teamleider Ondersteuning bij het Stedelijk Lyceum, vertelt waarom deze andere benadering zo helpend is.
Meer dan alleen een woord-verandering
Het Stedelijk Vakcollege in Enschede praat niet meer over verzuim bij leerlingen, maar focust zich op de aanwezigheid van leerlingen. Het is meer dan alleen een woord-verandering. Ze hebben deze nieuwe denkwijze verbonden aan de missie en visie van de school. Rita: ‘Kenmerkend voor onze leerlingen is dat ze veelal opgroeien in kansarme gezinnen, een taal- of ontwikkelingsachterstand hebben. Onze leerlingen hebben lage verwachtingen over zichzelf. En als ze het zelf niet hebben, dan zegt de buurman wel; ‘oh je zit op het basis. Je kan nog steeds goed terecht komen.’ Dit is een groot maatschappelijk probleem. Dat begint eigenlijk al op de basisschool. Als je heel slim bent, ga je naar het VWO. Als je een beetje slim bent ga je naar de mavo, etc. Zo hebben we dat in Nederland gedetermineerd. Én in Enschede zitten ook nog alle BK-leerlingen in één groot gebouw. Dit zijn grote vraagstukken, die we niet zomaar kunnen oplossen. Wat we wel kunnen doen, is zélf anders kijken naar de leerlingen en ze anders benaderen.’
Aandacht voor élke leerling
Rita vervolgt: ‘Verzuim is op het Stedelijk Vakcollege best een ding. Wij hebben leerlingen die (veel) spijbelen, verzuimen of te laat komen. We willen dit aanpakken én de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. In het verleden hanteerden we strakke regels bij ziekmeldingen en te laat komen (3 x te laat is een vroegmelding, etc.) Hierdoor is geen maatwerk mogelijk. Zo zijn er bijvoorbeeld leerlingen die zeven keer ziekgemeld zijn, maar iedere keer met een reden. In het oude denken vonden we dit ‘geoorloofd’. Sinds de pilot maken we gebruik van het ‘Response To Intervention’ model (RTI) van Kearney en Graczyk. Door het RTI-model toe te passen, zijn we minder bezig met ‘geoorloofd of ongeoorloofd’ verzuim, maar is de norm: de leerling is op school. Het model is eigenlijk een piramide: leerlingen die 95% of meer aanwezig zijn, zitten in ‘het groen’. In ‘het geel’ zitten de jongeren die minder dan 95% aanwezig zijn. Minder dan 90% aanwezig; dat zijn de jongeren in ‘het rode’ gebied. We nemen deze ambitieuze richtlijnen over als streefdoel. In elk gebied zetten we andere interventies in. Door deze benadering hebben we veel oog voor de individuele leerling. ’
Groene interventies: zorgen dat leerlingen altijd aanwezig zijn
Rita: ‘Vaak noteert de leraar aan het begin van de les wie er niet is. Hij focust op de afwezigheid van leerlingen. We willen nu juist dat de docent aandacht heeft voor de aanwezigheid van leerlingen: ‘wat fijn dat je er weer bent, Anna’. Als we in gesprek gaan met ouders of de leerling, kijken we – vanaf nu - niet alleen naar de schoolresultaten. Ook de aanwezigheid is onderdeel van het gesprek: ‘wat fijn dat je altijd op tijd bent, Nina’. Een hele andere benadering, waar je anders aan voorbij gaat.
‘Een ander voorbeeld is dat er altijd iemand in de hal staat om de leerlingen te ontvangen. Niet alleen toezicht houden, maar ook begroeten. Aan het begin van de les staat de docent bij de deur om de leerling welkom te heten. Op deze manier houden we veel straatcultuur – zoals wij dat noemen – buiten de deur. Twee stoeiende leerlingen kun je even aanspreken, vragen om de telefoon in de tas te doen, of even aandacht hebben voor de leerling die weer beter is. Het is niet nieuw, maar we zetten deze interventies nu veel systematischer in.'
Gele en rode interventies: (risico op) problematisch schoolverzuim verkleinen
‘Voor de leerlingen in ‘het gele gebied’, hebben we meer specifieke instrumenten die we inzetten. We onderzoeken om een nudge-letter te gaan gebruiken. Hiermee maken we aan de hand van data inzichtelijk hoe vaak een leerling afwezig is. Misschien moest een leerling wel 27 keer naar de orthodontist? In de oude manier van denken vonden we dit ‘geoorloofd verzuim’, maar hierdoor heeft de leerling wel 27 lessen gemist. In zo’n grafiekje kunnen we duidelijk aan ouders laten zien, hoeveel hun kind mist, wat het gemiddelde van de klas is en wat het gemiddelde van de school is. Ook wordt inzichtelijk of er een bepaalde trend is in het ziekmelden: ‘deze periode was hij heel goed aanwezig en hier is hij ineens afwezig’. Voor de rode leerlingen is meer maatwerk nodig. Die leerlingen zijn het stadium van vroegmeldingen of tijd inhalen allang voorbij. Hier kun je denken aan interventies als een leerling opvangen buiten schooltijd of naar school laten komen met een vaste begeleider en vast programma.’
Samen data analyseren en duiden
‘Op onze school werken we ook met een ‘Interprofessioneel team’. Dit betekent dat onze leerkrachten samenwerken met de schoolarts, een jongerenwerker, een wijkcoach etc. De focus op aanwezigheid brengt ook voor dit team nieuwe vraagstukken met zich mee. Normaal gesproken bespraken we vooral de rode leerlingen. Het kan ook zijn dat een leerling heel veel afwezig is, maar geen rode leerling is, omdat we het ziekmelden geoorloofd hadden. Ziekmelden is een soort van veredeld spijbelen, waar je moeilijk de vinger achter krijgt. Door deze nieuwe manier van analyseren, hebben we sneller in de gaten of er iets speelt in de thuissituatie of dat er iets anders aan de hand is, waarom hij/zij niet op school is. De leerling voelt zich hierdoor veel meer gezien, het zelfvertrouwen neemt toe en het schoolverzuim verminderd.’
Onderdeel Twentse Transformatie, ontwikkeltafel 3
De proeftuin 'Schoolaanwezigheid' is onderdeel van de Twentse Transformatie, ontwikkeltafel 3 (Onderwijs en Zorg). Lees meer over de visie op schoolaanwezigheid.