Drie inzichten: hoe borgen we het Twentse zorgnetwerk?

12-10-2021 7 keer bekeken 0 reacties

Twentse Transformatie bewerkstelligen in de Jeugdzorg. Met gemeenten, zorgaanbieders én onderwijs om tafel, passende oplossingen voor problemen vinden en de samenwerking versterken. Dat is het doel van de ontwikkeltafels. Eind 2021 ronden de ontwikkeltafels af.

Nienke Belderink is nu zo’n drie maanden programmamanager en focust zich op de vraag: hoe borgen we het zorgnetwerk ná 2021?

In de afgelopen drie jaar is veel ervaring opgedaan met een manier van werken waarmee de ontwikkelkracht van het Twentse zorg -, onderwijs - en gemeentenetwerk is versterkt. Nienke heeft in korte tijd veel informatie opgehaald bij alle netwerkpartners. Ook Gideon Sterkenburg, projectleider Ontwikkeltafel 3, heeft diverse gesprekken gevoerd met bestuurders over thema’s als beeldvorming, gelijkwaardige relaties en financiën. Welke complexe uitdagingen spelen bij bestuurders? Hoe knelt de gezamenlijke opgave met de eigen organisatieopgaven? En vooral: hoe blijven we gezamenlijke ontwikkelopgaven aanpakken als de ontwikkeltafels stoppen?

Gideon en Nienke maken de balans op en komen tot drie belangrijke inzichten.

1. Ontwikkel een bredere bestuurlijke rolopvatting

Gideon: ‘Ieder kind verdient perspectief op een mooie toekomst. Met die drijfveer werken alle zorg-, gemeente,- en onderwijs partners met elkaar samen. Toch valt het op dat bestuurders zich vooral verantwoordelijk voelen voor de uitvoering die door hun eigen organisatie wordt gedaan. Moeten wethouders zich ook niet verantwoordelijk voelen voor de uitvoering, die bijvoorbeeld door een zorgpartij wordt gedaan? En.. Moeten zorgbestuurders bijvoorbeeld óók verantwoordelijk zijn voor de begroting van een gemeente? Deze andere manier van denken komt de kwaliteit ten goede. Zo zorg je sámen dat de jeugdigen en gezinnen in Twente de beste zorg ontvangen. Van voorzorg tot nazorg.’ Nienke haakt aan: 'Er ligt nu veel nadruk op preventie. Een mooie ontwikkeling. Maar we moeten de nazorg niet vergeten. De zorg heeft te maken met weinig uitstroom, bijvoorbeeld omdat zorgpartijen niet kunnen overdragen aan lichtere zorgvormen. Dit moeten we goed onder onze aandacht hebben en houden.’

2. Blijf investeren in gezamenlijke aansturing van ontwikkelopgaven

Nienke vervolgt: ‘Door gezamenlijke aansturing van ontwikkelopgaven breng je snel verschillende invalshoeken en belangen bij elkaar. Hierin moeten we het voorliggend veld niet vergeten. Het is van belang dat gemeenten de samenwerking tussen het voorliggend veld en zorgpartijen stimuleren. Niet alleen rond concrete projecten, maar júist ook op het geheel. Zorgaanbieders moeten nog meer verbonden raken met de lokale gemeenschappen, voorliggend veld en de toegang.’  Gideon: ‘Om deze processen te stimuleren is het helpend om mensen te selecteren en behouden, die de taak hebben om problemen te signaleren, partijen bij elkaar te brengen én ontwikkeling te faciliteren. Het zijn mensen die op casusniveau, maar ook overstijgend kunnen kijken. Het netwerk op scherp zetten én zorgdragen voor een goede borging. Deze mensen zijn onafhankelijk. Ze zijn er voor en namens het netwerk.’

3. Stuur rijker: ken elkaars wereld én voer het juiste gesprek!

Gideon: ‘Bestuurders van gemeenten realiseren zich niet hoe het speelveld voor zorgaanbieders eruit ziet en andersom. Er bestaan - nog steeds - hardnekkige beelden over elkaar: zorgpartijen zijn 'omzet gedreven' en gemeenten hebben 'onvoldoende professionaliteit' in huis. We moeten elkaars wereld kennen. We bekijken de wereld vanuit ons eigen organisatieperspectief en we proberen elkaar te overtuigen van dat perspectief. Dat is logisch. Iedereen heeft z'n eigen organisatiebelang, maar we hebben ook állemaal een netwerkbelang. We kunnen groeien door overstijgend te kijken naar het totale proces. Door de netwerkstructuur - zoals vormgegeven in de Twentse Transformatie - staat de inhoud voorop en voelen we de vrijheid om het pad dwars door het netwerk heen vrij te maken op zoek naar vraagstukken en oplossingen.’ Nienke: ‘De afgelopen maanden heb ik veel mooie initiatieven voorbij zien komen om elkaar bestuurlijk te ontmoeten. Er wordt veel vergaderd, in grote settings met brede onderwerpen. In deze overleggen staan vaak kosten en individuele contracten centraal. We bereiken meer als we in een kleiner comité vergaderen over onderwerpen waar het écht om gaat, want: hoe gaat het nu met de jongeren in een stad? Zien we een ontwikkeling? Worden hun kansen beter? Zien we op langere termijn effecten? Daarover moeten we met elkaar in gesprek.’

Het vervolg: Regiovisie als 'Twentse kapstok'

Op dit moment wordt voor elke pilot van de ontwikkeltafels een borgingsplan gemaakt. Enkele pilots worden afgerond en anderen ondergebracht in bestaande structuren. Nienke: ‘Naast de ontwikkeltafels is er volop ontwikkeling in het zorglandschap. Denk aan de doorontwikkeling van het Twents Model en het Expertisenetwerk, maar ook de Twentse Regiovisie Jeugdhulp. De kunst is nu om alle inzichten te verbinden én vast te leggen. De regiovisie kunnen we zien als de 'Twentse kapstok’: Hoe blijven we samen doorontwikkelen? Hoe sluiten de ontwikkeltafels aan bij de regiovisie? En vooral: welke thema’s zetten we op onze gezamenlijke ontwikkelagenda? Dat bespreken we in december met alle betrokken bestuurders!’

Een ding is zeker: alle thema’s die een plek krijgen in de regiovisie worden aangevlogen vanuit de netwerkgedachte. Want, stelt Nienke, ‘Die netwerkgedachte smaakt naar meer! We blijven investeren in doorontwikkeling binnen het landschap van zorg en onderwijs.’

Meer informatie
Bekijk in één oogopslag de resultaten van de ontwikkeltafels en lees in het kort het borgingsvoorstel.

Cookie-instellingen