Hoe kunnen we als keten in het gedwongen kader in Twente eenduidig werken? De samenwerking versterken en maatwerk leveren binnen gezinnen (ook als er sprake is van complexiteit), zodat ieder kind veilig opgroeit? Dit zijn vragen die centraal stonden bij Ontwikkeltafel 2.
Kenmerkend voor Twente ten opzichte van het landelijke beeld, is dat er relatief veel jeugdigen een kinderbeschermingsmaatregel (jeugdbescherming/jeugdreclassering) hebben.
- Twente heeft 128.000 jeugdigen onder 18 jaar. 14.360 daarvan hebben jeugdhulp.
- 16% van de jongeren in jeugdhulp heeft een maatregel. Landelijk gemiddelde: 10%.
- Van alle 2260 kinderen met een maatregel woont 49% (tijdelijk) niet thuis.
- Van alle 2480 kinderen die niet thuis wonen, heeft 45% een maatregel.
In 60-70% van de cases bij de gecertificeerde instellingen is er sprake van een conflictscheiding.
Bron: GI’s, cijfers 2018
Met deze vragen gingen we aan de slag met drie projecten. Hieronder leest u een samenvatting van deze projecten.
Twentse Monitor Jeugdbeschermingsketen
Binnen de jeugdbeschermingsketen in Twente gaan veel dingen goed, maar met betrekking tot de snelheid, doorstroom en wachttijden is er een aantal hardnekkige problemen.
- Kinderen wachten te lang op hulp.
- Kinderen blijven (te) lang in de keten.
- Kinderen komen (te vaak) terug in de keten.
- Het komt vaak voor dat ketenpartners op elkaar wachten.
- We werken te veel volgordelijk in plaats van ‘inclusief’.
We missen duidelijke indicatoren en normen, waarmee we achterblijvende prestaties kunnen onderbouwen en mogelijke oorzaken en oplossingen goed kunnen analyseren. Het effect is dat we keuzes voor verbeterprojecten onvoldoende onderbouwd kunnen maken. We willen op regionaal niveau en ketenbreed in beeld kunnen brengen welke ‘route’ de kinderen afleggen om zo de knelpunten goed te kunnen duiden en oppakken.
Gezamenlijk sturen op wachttijden, instroom, doorstroom en uitstroom
Er is binnen de ontwikkeltafel een regionale ketenmonitor ontwikkeld en gebouwd, waarmee de keten gezamenlijk frequent inzicht krijgt in wat er ketenbreed gebeurt op het gebied van bijvoorbeeld wachttijden, instroom, doorstroom en uitstroom.
Op basis van deze ketenmonitor kan de keten gezamenlijk sturen op wat er daadwerkelijk gebeurt. Per kwartaal analyseren zij samen de gegevens uit de monitor. De jeugdbeschermingsketen is door de Twentse Monitor Jeugdbeschermingsketen in staat om op tijd (bij) te sturen en projecten en oplossingen te initiëren als dat nodig is.
Meer informatie over de Ketenmonitor
In deze video legt projectleider Ruth Driessen uit wat de ketenmonitor oplevert! Claudio Bruggink en Ruud Brinkman vertellen over de keten-brede-samenwerking. Anke Kamphuis en Albert Knol over hoe de monitor zorgt voor beter zicht op kinderen in de jeugdbeschermingsketen. Of lees hier het projectplan.
Regionale werkwijze jeugdbeschermingstafel
Het is van belang dat wanneer er zorgen zijn over de veiligheid van een kind, het gezin betrokken is bij de totstandkoming van de beslissingen die genomen worden. Voordat de ontwikkeltafel was gestart, werden ouders te weinig betrokken. Ook ontbrak het geregeld aan goede afstemming tussen de verschillende organisaties binnen de jeugdbeschermingsketen. Daarnaast hadden 14 gemeenten ieder apart (werk)afspraken met Veilig Thuis Twente, de Raad voor de Kinderbescherming en de 3 gecertificeerde instellingen (GI’s) over de toegang tot de jeugdbeschermingsketen.
Eenduidige manier van toeleiden
In Twente wilde men toe naar een eenduidige manier van toeleiden naar deze keten. Voorop staat dat de veiligheid van kinderen zo snel mogelijk geborgd moet worden.
Belangrijke uitgangspunten:
- Ouders en jongeren zijn betrokken bij en onderdeel van de weging en beslissingen die worden genomen.
- We werken eenduidig voor en met gezinnen.
- Er is duidelijkheid over de rollen die iedereen heeft binnen deze keten.
- Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over wie wat gaat doen.
- Er wordt gebruik gemaakt van elkaars expertise.
Een regionale werkwijze voor jeugdbeschermingstafel(s) werd ontwikkelt en geïmplementeerd. Per maart 2021 worden de jeugdbeschermingstafels uitgevoerd. Je leest hier meer over de jeugdbeschermingstafels.
Complexe Echtscheidingsproblematiek neemt toe: inzet Familiescan en Ritax
Het aantal kinderbeschermingsmaatregelen, waarin er sprake is van complexe scheidingsproblematiek neemt de afgelopen jaren toe. Deze casuïstiek is vaak dermate vast gelopen, dat een jeugdbeschermer tijdens de kinderbeschermingsmaatregel niet altijd iets kan betekenen. De vraag is of een kinderbeschermingsmaatregel de beste oplossing is in geval van complexe scheidingsproblematiek.
Eerder en breed analyseren: onderzoek triageinstrumenten
We willen gebruik maken van een triage instrument, zodat we eerder en breed kunnen analyseren wat de oorzaken zijn van een scheiding die complex is of dreigt te worden. Zo kunnen we eerder hulp inzetten waar dit nodig is. Deze hulp hoeft niet alleen gericht te zijn op het kind, maar juist ook op de problematiek van bijvoorbeeld ouders (te denken valt aan rouwverwerking, GGZ, verslavingszorg, enzovoort). Een projectteam heeft in 2021 onderzoek gedaan naar de verschillende triage-instrumenten die in het land worden gebruikt. Hieruit is naar voren gekomen dat de Familiescan in combinatie met de Ritax goede instrumenten zouden zijn. Deze instrumenten zijn ontwikkelt in de regio Hart van Brabant, waar we in Twente goede banden mee onderhouden.
Wat is de Familiescan?
De Familiescan is een korte screening / risicotaxatie door generalisten (bv. GGD arts, IB-er van school, huisarts). Op het moment dat zij werken met een gezin bij wie een (aanstaande of al langer geleden) scheiding een rol speelt kunnen zijn deze korte vragenlijst afnemen. Het doel van deze screening is het kunnen onderscheiden wanneer het een ‘reguliere’/niet problematische scheiding betreft, en hulp hierbij in het voorliggend veld kan plaatsvinden of wanneer het een (dreigende) complexe scheiding betreft en/of er meerdere risico’s op het ontwikkelen tot een complexe scheiding aanwezig zijn en daardoor specialistische hulp noodzakelijk is.
Wat is de Ritax?
De Ritax kan worden ingezet wanneer er daadwerkelijk sprake is van een complexe scheiding. Op dit punt is een uitgebreidere taxatie of analyse weging van belang om toe te kunnen wijzen naar een passend aanbod binnen de specialistische jeugdhulp. De Ritax is een uitgebreider triage instrument, welke over het algemeen afgenomen wordt door maatschappelijk werkers. Het afnemen van de Ritax vraagt training van professionals.
Pilots in zes Twentse gemeenten
Er zijn 6 gemeenten in Twente die de komende tijd een pilot gaan inrichten om te ervaren of en hoe deze instrumenten werken. Er wordt een projectleider aangesteld en 25-30 professionals binnen deze gemeenten zullen worden getraind in het afnemen van de Ritax. De ontwikkeltafel zal deze pilotperiode nog financieel ondersteunen.
JEUGDSTRAFRECHTKETEN
In het najaar van 2020 is een begin gemaakt met een procesteam Jeugdstrafrecht. Een aantal ketenpartners (GI’s en Raad voor de Kinderbescherming) binnen de jeugdstafrechtsketen gaf in 2020 te kennen behoefte te hebben aan analyse en het draaien van projecten zoals men ook deed in de jeugdbeschermingsketen aan de ontwikkeltafel. Dit procesteam heeft even de tijd nodig gehad om te komen tot de juiste samenstelling. Begin 2021 is men begonnen met het maken van een analyse. Het Openbaar Ministerie is als zeer belangrijke partner in het najaar van 2021 ook aangesloten bij het procesteam.
Analyse
Een aantal jaren geleden zijn er min of meer tegelijk een aantal ingrijpende stelselwijzigingen geweest. Zo werd de politie landelijk, de jeugdzorg juist decentraal en werd het Openbaar Ministerie (deels) gecentraliseerd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in aansluiting bij de regierol van de gemeenten gekozen voor integrale gebiedsteams waarin het specialisme jeugdstrafrecht is opgegaan. We constateerden dat het aantal raadsonderzoeken en het aantal jeugdreclasseringsmaatregelen de afgelopen jaren is gedaald, dat jongeren op latere leeftijd terecht komen bij de Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugdreclassering en dat de delicten waarmee zij binnen komen direct vrij ernstig zijn. We constateerden dat de (beginnend) delinquente jongeren steeds later in de justitiële jeugdstrafrechtsketen komen. Gemeenten zijn met de decentralisatie verantwoordelijk geworden voor de jeugdhulp, dus ook voor de ondersteuning aan de (beginnend) delinquente jongeren.
Voorlichting over de jeugdstrafrechtketen
Het procesteam constateerde dat kennis bij gemeenten ontbrak over de jeugdstrafrechtsketen en delinquente jongeren. In lokale toegangen is men meer gefocust op opvoeding, veiligheid binnen gezinnen, enzovoorts. Ook op beleidsniveau is de kennis binnen gemeenten over deze doelgroep beperkt. Hierop is een voorlichting georganiseerd over de jeugdstrafrechtsketen.
De politie ziet/signaleert deze (beginnend) delinquente jongeren en heeft verschillende mogelijkheden (HALT, reprimande, enz.). Als er sprake is van ‘bijkomende problematiek’, volgt een VT-melding bij Veilig Thuis. De drempel voor het opmaken van een VT-melding is vrij hoog, dus vooral de zwaardere zaken worden ingestuurd.
De politie was eerder een grote toeleverancier van de lokale vroegsignaleringsoverleggen. Dit is AVG-technisch niet meer mogelijk op de manier zoals dat eerder ging. We constateren dat niet alle jongeren waar zorg om is, bekend zijn (bij Veilig Thuis, dan wel bij een lokale toegang van een gemeente). Ook het onderwijs heeft een belangrijke signalerende functie. Op dit moment maken we in deze keten te weinig gebruik van deze functie van het onderwijs.
Vroegsignalering bij delinquete jongeren cruciaal
Als jongeren toch de justitiële keten in komen, is het voor onder andere het OM van groot belang dat zij in de afdoening rekening kunnen houden met omstandigheden die al bekend zijn, zodat het pedagogische effect het grootst is. Hier wil de keten mee aan de slag. In 14 gemeenten gebeurt - op dit moment - de vroegsignalering op 14 verschillende manieren. In sommige gemeenten is er helemaal geen vroegsignalering meer sinds de politie gestopt is met het delen van gegevens. Rondom vroegsignalering hebben we daarom iets te doen om te voorkomen dat jongeren afglijden. In de zomer van 2021 is daarom gestart met een projectgroep rondom vroegsignalering. Het doel was om te komen tot handvatten voor de gemeenten, zodat zij de vroegsignalering goed in kunnen richten.
Missie, visie en strategie
Het procesteam jeugdstafrecht heeft besloten dat zij verder willen, ook als de ontwikkeltafels ophouden te bestaan. Het team zal verder gaan onder leiding van Sylvia Huis in ’t Veld (Platform IVZ). In mei 2022 is er, als afsluiting van de ontwikkeltafel, een missie, visie en strategie (plan van aanpak) uitgewerkt voor de jeugdstafrechtketen. Het doel is om deze rond de zomer/najaar 2022 vast te laten stellen door de besturen van alle ketenpartners.
Wie zijn betrokken
Ontwikkeltafel 2
Projectleider: Ruth Driessen
Bestuurlijk trekkers: Claudio Bruggink (gemeente Hengelo) en Ruud Brinkman (Jeugdbescherming Overijssel)
Procesteam:
Shahina Nazir, Gemeente Enschede
Fleur Braakhuis, Gemeente Hengelo
Eric Bouwma, Gemeente Haaksbergen
Esther Snoeijer, Gemeente Hellendoorn
Renate Poelakker, Jeugdbescherming Overijssel
Anne van Dorp, William Schrikker Stichting
Frans van der Haar, Raad voor de Kinderbescherming
Antonnet Backer, Veilig Thuis Twente
Cristian te Riet, Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering