De Twentse gemeenten werken daar waar het kan samen, om ervoor te zorgen dat iedereen -met of zonder beperking- mee kan doen in de samenleving. Om volwaardig en naar vermogen mee te doen in de samenleving hebben veel mensen een mobiliteitsbehoefte. Een aantal mensen is deels, of helemaal niet, in staat om op eigen kracht te voorzien in hun mobiliteitsbehoefte en hebben een kleine of grote ondersteuningsbehoefte. Hierbij kunnen fysieke, cognitieve, emotionele en/of financiële redenen aan de orde zijn, die tijdelijk of structureel van aard zijn. In sommige gevallen kan de betreffende persoon worden ondersteund met training en/of tijdelijke begeleiding, om de ondersteuningsbehoefte kleiner te laten worden of zelfs op te heffen. Een deel van de mensen blijft echter afhankelijk van door de overheid gefinancierd vervoer.

Mobiliteitslab

Iedereen die betrokken is bij de uitvoering van het (maatwerk)vervoer deelt en verzamelt data. Hiervoor is door de gemeenten het Mobiliteitslab opgezet. Door diverse rit-data, locatiedata, vervoersbewegingen e.a. blijvend te analyseren, wil het Mobiliteitslab het vervoer optimaliseren en vraag en (vernieuwend) aanbod op elkaar blijven afstemmen. Met behulp van data-analyse, in samenwerking met Kennispunt Twente, kan het Mobiliteitslab adviseren waar het vervoer effectiever kan, waardoor ook de beweging naar het openbaar vervoer en het voorliggende veld beter gemaakt kan worden.

Op deze manier zorgen we met ons allen uiteindelijk voor de meest efficiënte manier van reizen voor onze inwoners. Dit in relatie tot alle ontwikkelingen in het (openbaar) vervoer en de zorg en tot de lokale (vervoers)initiatieven die ontwikkeld zijn of nog gaan worden.