In de Norm voor Opdrachtgeverschap (NvO) is afgesproken dat de Regio’s zich verplichten administratieve lasten te beperken door:
- De drie uitvoeringsvarianten consequent toe te passen.
- Bij regionale contractering dezelfde contractvoorwaarden en gezamenlijk contractbeheer te hanteren.
Deze afspraak gaat over het reduceren van administratieve lasten. Wat zijn de oorzaken van de oplopende administratieve lasten? En hoe kunnen de administratieve lasten worden beperkt?
Twents administratieprotocol
Het toewijzings- en declaratieproces binnen OZJT/Samen14 is beschreven in het administratieprotocol. Ook is hierin opgenomen welke stappen de zorgaanbieders en gemeenten moeten nemen, bijvoorbeeld rondom het verloop van het administratief proces, de verantwoordelijkheden en bevoegdheden m.b.t. de zorgtoewijzingen, de start- en stopzorgberichten, de declaratiegegevens, de betaling van toegewezen zorg, de wijziging in ondersteuning, de wijze van aanlevering en de uiteindelijke betaling van declaraties. Het protocol geldt voor alle gecontracteerde zorgaanbieders.
Verlichting administratieve lasten
Een van de doelen van OZJT/Samen14 is de verlaging van de administratieve lasten. OZJT/Samen14 maakt gebruik van nieuwe inzichten en ontwikkelingen voor wat betreft administratieve vereenvoudiging en verbetering. Het administratieprotocol is dan ook continue in ontwikkeling. Zodra gemeenten en aanbieders een overeenkomst met elkaar sluiten, wordt gewerkt met de meest actuele versie van het administratieprotocol. Dit is verplicht. Er wordt aangesloten bij de landelijke standaarden.
Actualisatie/verbetering administratieprotocol
Het Twents administratieprotocol wordt aangepast en in lijn gebracht met het landelijk administratieprotocol. Met Jeugdhulp, Wmo-ondersteuning en grotere en kleinere aanbieders is een klankbordgroep administratieve lastenverlichting opgezet. Daar wordt besproken waar een aanbieder tegenaan loopt. De bevindingen worden meegenomen in de actualisatie.
Bij het actualiseren van het administratieprotocol is vertrouwen tussen gemeenten en aanbieders cruciaal. Het beeld bestaat dat gemeenten nog wel eens willen controleren wat aanbieders doen. Het aanstellen van de consulenten externe verwijzers bij een aantal gemeenten heeft daar mogelijk toe bijgedragen. Zij hebben immers aanzienlijke besparingen gerealiseerd door kritisch te kijken naar verwijzingen en de daarop ingezette ondersteuning. Ook is er soms twijfel bij aanbieders over de totstandkoming van de toewijzing en vertaling daarvan naar in te zetten ondersteuning. Beide ontwikkelingen kunnen voor ongemak zorgen in de relatie tussen gemeenten en aanbieders.
Wat te doen met het afspraken-resultatenoverzicht?
Naast het administratieprotocol kent het Twents Ondersteuningsmodel een zogenaamd afsprakenoverzicht en resultatenoverzicht. Of dat ook opgenomen moet worden in een volgende aanbesteding/contractperiode, is de vraag. Het vinden van een goed alternatief is uiteraard voorwaarde om ermee te kunnen stoppen. Een goed alternatief is bijvoorbeeld een digitaal dossier.
Naar een eenduidige toepassing uitvoeringsvariant
In Twente voldoen we nog niet aan de eis van een eenduidige toepassing van de uitvoeringsvarianten. Het gaat om de output, maar de praktijk lijkt meer op een inspanningsvariant. Daarover moet - voorafgaand aan een nieuwe aanbesteding - een open discussie gevoerd worden. Als gekozen wordt voor verlenging kunnen de komende jaren gebruikt worden voor pilots op dit vlak.
Om de juiste jeugdhulp of Wmo-ondersteuning in te zetten voor de eigen inwoners, werken de gemeenten in Twente sinds 2019 met het Twents Model of lokaal gedefinieerde producten (Almelo en Hof van Twente). Centraal staat verbetering van de uitvoering in effect voor de inwoner en in doelmatigheid van de uitvoering.
Samen Leren en Ontwikkelen
Samen betekent in dit geval alle partijen die in de praktijk betrokken zijn bij jeugdhulp. Zorgen voor korte lijnen, met elkaar dezelfde taal spreken, snel kunnen afstemmen en informatie uitwisselen is door de deelnemers als zeer waardevol ervaren. Hieruit is onder meer voortgekomen om zogenaamde key-users in te zetten bij de gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering. Deze functionaris is een vraagbaak voor collega’s en kan ondersteuning geven bij gebruik van het Twents Model en snel schakelen naar de juiste contactpersonen bij de gemeenten. Elk jeugdbeschermingsteam in Twente heeft een key-user.
Twents Model en de passende uitvoeringsvariant(en)
In het Twents Model is de bekostiging inspanningsgericht. Een verkennersteam van verwijzers, zorgaanbieders en gemeenten heeft onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor verbetering bijvoorbeeld met toepassing van andere uitvoeringvarianten.
Meer informatie over het Twents Model vind je hier.
Als het echt goed mis lijkt te zijn bij een aanbieder, moeten toezichthouders van gemeenten en OZJT goed samenwerken met partijen die misstanden in de zorg bestrijden, onder meer Belastingdienst, Openbaar Ministerie (OM), politie, het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Op die manier wordt zoveel mogelijk kennis en expertise gebundeld. Deze aanpak werpt drempels op (preventie zorgfraude) en pakt ook huidige misstanden aan (toezicht). Alle inzet is erop gericht zorggeld beschikbaar te hebben en te houden voor inwoners die dat nodig hebben
In de aanloop naar de aanbesteding voor de huidige contractperiode hebben gemeenten en partners het barrièremodel ontwikkeld. Daarmee is meer inzicht verkregen in mogelijke risico’s op misstanden.
Evengoed zijn de afgelopen jaren ernstige misstanden geconstateerd; in de meest extreme gevallen is ook verwevenheid met criminele organisaties/ondermijnende activiteiten aangetoond. Zie daarvoor ook het IKZ-rapport dat begin 2021 verscheen.
De Twentse gemeenten hebben dan ook geconstateerd dat er meer moet gebeuren in het voorkomen en bestrijden van zorgfraude. Alle veertien colleges van burgemeester en wethouders hebben in maart 2021 de intentie uitgesproken een gezamenlijke aanpak zorgfraude te ontwikkelen. Daarvoor vragen zij:
- Primair ter voorkoming van onjuiste besteding van zorggelden eenduidig beleid te ontwikkelen, samen met alle gemeenten, BPO en BO Samen 14.
- Een regionaal plan te ontwikkelen voor de eenduidige aanpak van zorgfraude.
- De aanpak en eventuele inzet van mensen en middelen uit te werken en ter besluitvorming voor te leggen aan de colleges.
Doel van de vervolgaanpak is het voorkomen van oneigenlijk gebruik van zorggeld. Dat vereist gezamenlijk beleid vanuit 14 Twentse gemeenten. Dit beleid moet gericht zijn op het uitsluiten van kwaadwillende aanbieders in het traject voorafgaand aan de gunning en contractering. Ook ontlast dit bonafide zorgondernemers. De bijbehorende plannen:
- Verbeteren van de informatiedeling tussen betrokkenen.
- Aandacht voor kwalitatief goede aanbieders (classificatie, keurmerk, gedragscode, horizontaal toezicht, o.i.d.).
- Toepassen van beschikbare instrumenten van bijvoorbeeld ondermijning, om te voorkomen dat gemeenten via gunning aan malafide zorgaanbieders criminele activiteiten faciliteren en te bewerkstelligen dat de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd wordt.